Vandaag, op de Dag van de Arbeid, is het ook de dag van De
Lach. Toch een veel leuker onderwerp om iets over te schrijven, vind ik.
We weten allemaal dat lachen écht heel gezond is. Als je
lacht komen er hormonen vrij zoals endorfine (het gelukshormoon), dopamine en
serotonine. Deze hormonen hebben een kalmerend en pijnstillend effect. Ze
zorgen voor een ontspannen houding en een zorgeloos en opgewekt gevoel dat dan
weer een positief effect heeft op het immuunsysteem.
Bovendien neemt door het lachen het stresshormoon (cortisol) af wat goed is voor
je hart en bloedvaten. Buiten dat het dus gezond is, is het gewoon ook leuk om
te lachen, gieren en brullen, maar ook een glimlach doet goed.
Ik herinner me heel goed dat mijn moeder, mijn broertje en ik een surprise
maakten voor mijn vader. We waren nog heel jong. We geloofden niet meer in
Sinterklaas en vanaf dat moment mochten we meedoen met de volwassenen en maakten
we surprises. De eerste paar jaren hielpen mijn ouders ons nog met het bedenken
en bouwen van surprises en het maken van gedichten. Zoals gezegd maakten mijn
moeder, broertje en ik een surprise voor mijn vader.
Omdat hij een uitvinder was, bouwden we een heuse robot, genaamd: Robbie. Hij
was gemaakt van (schoenen)dozen, wc-rolletjes en grijs papier. Hij had grote
ogen en op zijn vierkante hoofd stonden van die uitsteeksels. Ik vond hem heel
mooi. Hij stond op de salontafel en mijn moeder vond dat Robbie de robot ook moest
praten. Ze had een cassetterecorder waar we een cassettebandje in deden en zo konden
we ons gedicht opnemen. We zouden de recorder verstoppen in de surprise, zodat
het écht leek dat Robbie het gedicht op las. Dat gedicht inspreken moest
uiteraard een paar keer overgedaan worden, maar dat was geen probleem want je
spoelde gewoon het bandje terug en begon opnieuw. Mijn moeder zei dat we tijdens
het opzeggen van het gedicht geen geluiden mochten maken want dat kon je op het
bandje horen, en dat was niet robotachtig. En als het gedicht klaar was moesten
we nog een paar minuten stilte opnemen, dus: mondjes dicht.
Bloedserieus zaten mijn broertje en ik op onze knieën voor de cassetterecorder.
Na een paar keer oefenen zei mijn moeder: “Nu gaan we het nog één keer doen en dan
zijn we klaar”.
Dus geconcentreerd lazen mijn broertje en ik ons gedicht op en daarna waren we
stil.
Muisstil…
We hielden bijna onze adem in om maar stil te zijn toen mijn moeder vanuit het
niets zei: “Pis-poep-kak-stront”.
Stomverbaasd, verward en met ogen als schoteltjes keken we
mijn moeder aan. Wat deed ze nou??
Mijn moeder kon haar gezicht niet meer in een plooi houden en we barstten in
het lachen uit! Pis-poep-kak-stront!! Ik deed het nét niet in mijn broek. We
gierden het uit en lagen minutenlang in een deuk! Mijn moeder had nog de
grootste lol! Die had onze serieuze koppies gezien en dacht: ‘Laat ik eens een
grapje maken’. Nou, dat was gelukt! We hebben het bandje nog een paar keer
geluisterd want dat was gewoon blijven lopen, met de opmerking van mijn moeder,
toen een paar seconden stilte en vervolgens mijn broertje en ik (én mijn
moeder) die gierden van het lachen.
Deze situatie heeft een blijvend effect op mij gehad. Zelfs
nu nog, in elke situatie waar ik stil moet zijn, sluipen de woorden ‘pis-poep-kak-stront’
mijn hoofd in en moet ik nog steeds lachen, soms hardop en soms verschijnt er
gewoon een glimlach op mijn gezicht.
Als ik muziekloos in de wacht hang bij één of ander bedrijf moet ik me af en
toe inhouden om niet hardop te zeggen: pis-poep-kak-stront.
Lig ik in een scan waarbij ik niet mag bewegen of praten: pis-poep-kak-stront.
Zit ik de een wachtkamer van de dokter waar niemand met elkaar praat, wil ik
soms schreeuwen: pis-poep-kak-stront!! Maar ik denk niet dat ze daar, net als
wij toen, om moeten lachen😉
Fijne dag van de lach!