De drie musketiers


Honden zijn zo’n heerlijke wezens. Ik zou niet meer zonder mijn roedel kunnen. Honden staan zo simpel in het leven. ‘Carpe Diem’ is hun slogan. Ze denken niet aan gisteren en ook niet aan wat er morgen gaat komen. Ze denken alleen aan ‘nu’. Honden kunnen niet redeneren. Als je een keer kortaf tegen ze bent, dan zullen zij nooit denken: ‘oh dat komt omdat ze net haar mooie jurkje te heet gewassen heeft, laat haar maar even met rust’. 

Op zich lijkt het me een heerlijk leven, een redeneer-loos leven. Alles is precies zoals het is. Maar voor ons, mensen, is dat niet weggelegd. Misschien maar goed ook anders zouden er wellicht vele ongelukken (meer) gebeuren. Honden kijken naar lichaamstaal. Mensen luisteren over het algemeen naar verbale taal. Een hond kun je niet voor de gek houden. Je kunt ze wel verwarren, maar niet voor de gek houden. Honden doen met ons, wat ze ook onder elkaar doen, of met andere soorten dieren. Ze kijken naar je lichaam, naar je energie. Daar komt hun informatie vandaan. Ik kan naast mijn labrador knielen en hem liefdevol over zijn bolletje aaien en zeggen: “wat ben jij toch een ongelofelijk irritant monster”. Mijn labrador zal zó hard kwispelen tot hij niet meer overeind kan blijven staan. Hij zal zich met een smak op de grond laten vallen zodat ik (alsjeblieieieieieft) zijn buikje kan kroelen. Hij kijkt naar mijn lichaamstaal. Als mijn herder een poging doet om mijn keuken (verboden terrein) in te sluipen om een friemeltje kaas van de vloer te jatten, hoef ik me maar naar hem toe te draaien en mijn vinger uit te steken, dan druipt hij keurig af. Ik hoef niet te schreeuwen. Dat zou ook niet te doen zijn met drie grote honden.

Omdat ik altijd bij hen ben, kennen ze mij als geen ander. Zij observeren mij al jaren en ik hen. Zo weten zij precies wanneer ze iets gedaan hebben wat niet mag. Als ik mopperend hun troep opruim, liggen ze keurig netjes, mij met hun ogen volgend, in hun mandje. Vaak verheug ik me dan alweer op het moment dat ik heel vrolijk zeg: “wie gaat er mee?” en ze weer kwispelend achter mij aan komen hollen, blij dat ik niet meer boos ben. Ik blijf ook nooit boos, dat is een hele fijne eigenschap. Voor de honden maar ook voor mezelf. Ik zie aan mijn honden als er iets mis is, door op de hele kleine dingetjes te letten. Heerlijk vind ik het om mijn honden te kunnen lezen. En nu ze allemaal volwassen zijn is het hier thuis een zaligheid. Ze zijn (vaak genoeg) braaf, redelijk rustig en luisteren goed. De hiërarchie is duidelijk. Ik ben de baas, en daarna zoeken ze het zelf maar uit.  Ze zeggen altijd dat je de hond krijgt die je verdient. Je krijgt de hond die iets voor jou betekent en waarvan je iets kunt leren. Ik heb drie totaal verschillende honden, en wat heb ik al veel van ze geleerd!

Toen ik 7 jaar geleden nog maar 48 kilo woog, moeite had met eten en geen spierkracht om te bewegen, heeft Bart besloten dat dit het moment was om een hond te nemen. Ik wilde al mijn hele leven een hond. Ik fantaseerde vroeger al een hond om me heen. Als ik tijdens lange wandelingen in de Ardennen moe was, maar toch nog door moest lopen dan liep er steevast een imaginaire hond kwispelend naast mij. Hij luisterde aandachtig naar mijn kleuterproblemen en mijn puberproblemen. Hij maakte mij aan het lachen en troostte mij bij verdriet. Hij sliep op mijn kamer, had geen naam en een onduidelijk uiterlijk. Het ging mij duidelijk om ‘het gevoel een hond te hebben’, een trouwe vriend waar je alles bij kwijt kon. Helaas is dat nooit gebeurd, tot 7 jaar geleden. Bart en ik vielen als een blok voor Jessie, een uitgemergelde, méga-enthousiaste labrador-mix uit het asiel in Genk. Jessie heeft mij zó enorm vooruitgeholpen in die tijd, dat is ongelofelijk! Jessie bleef tijdens mijn eetmomenten rustig naast me liggen. Hij zorgde ervoor dat ik me niet meer zo focuste op mijn eten, het duurde soms een half uur voordat ik één boterhammetje ophad. Hij stond telkens klaar met zijn blije kop en wiebelstaart. “Ben je klaar? Ja!! Ben je klaar? Gaan we nu iets leuks doen??? PLEASE??” Het ging al heel snel veel beter met eten en ik kwam 100 gram per 100 gram aan (Jessie ook). Ik ging met hem wandelen en ontdekte de wereld door zijn ogen. We werden allebei sterker en sterker. Onze band groeide en ik was zielsgelukkig met mijn nieuwe beste vriend. Jessie brengt plezier in de tent. Hij is de snuggerste niet (behalve als het op eten aankomt), maar we houden vreselijk veel van hem. Vooral omdat hij voor mij een permanent aanwezige blijk is van onze kracht om er weer bovenop te komen en weer te genieten van het leven. Ik zal hem daar tot in de eeuwigheid dankbaar voor zijn.

Toen kwam Senna. Bart had vroeger Duitse herders gehad en was verkocht aan het ras. Hij had geweldige verhalen verteld en hoewel ik nog maar nieuw was in het land der hondenvrouwtjes, wilden we graag een Duitse herder. Dat was al zo toen we op zoek gingen naar Jessie, maar we konden hem niet weerstaan. Dat heeft zo moeten zijn. Nu wilde we écht een herder. Senna hebben we gevonden via marktplaats. We gingen kijken met een stuiterende labrador in de achterbak. Senna zat met zeven honden in een ren, buiten. Allemaal grote honden, die nooit uitgelaten werden en nooit binnen mochten. Zij was de jongste. Toen ik haar voor de eerste keer zag, liet ze zich tegen een muur zakken en keek ze me lief maar onderdanig aan. Ik knielde voor haar en liet haar mijn hand ruiken. Ik zei enkele lieve woordjes tegen haar en meteen liet ze haar buikje zien. Haar tong hing uit haar bek en ik zag een grote grijze vlek op haar roze tong. Ik was verliefd… Ze was onstuimig maar heel lief. Het was meteen dikke mik met de labrador (ze bleek namelijk bij thuiskomst hartstikke loops). Senna is de hond uit mijn fantasie. Zij heeft mij gegeven wat ik vroeger miste. Iemand waarbij ik alles kwijt kon. Mijn verdriet, mijn vreugde, maar vooral mijn liefde. Senna is zo loyaal als je ze nog maar zelden ziet. Zij heeft als taak mij te beschermen en die vervult ze met verve. Senna verstaat mij als geen ander. Zij beheerst mijn lichaamstaal tot in de kleinste details. Ze luistert perfect en iedereen die ik in mijn leven accepteer, accepteert zij ook. Maar ik moet het wel eerst even zeggen. Zij vertrouwt mij blindelings en ik haar. Dat is een machtig gevoel, een geweldig gevoel! Ik heb zo veel meer zelfvertrouwen gekregen, zo veel meer vertrouwen in mezelf en dat wat ik doe. Ik ben een goed mens, en zij bevestigt dat voor mij elke dag. Zij is míjn hond, mijn alles.

Toen kwam Falco. Falco gingen wij in Diest halen. Wij woonden toen nog in de Ardennen, en we reden voor hem naar Diest. Falco was groot, zwart en had hangoortjes. Hij zat moederziel alleen in een box en was niet erg enthousiast. Maar ik had onmiddellijk het gevoel: ‘hem moet ik mee naar huis brengen, hij moet hier weg’. Ik was gechoqueerd van wat we daar zagen, en het is maar goed dat we dat niet wisten van tevoren, anders waren we nooit gegaan. Maar afijn, we waren er en dus nam ik hem ook mee ook. Ik had nog nooit een pup gehad dus alles was nieuw. Hij leefde best wel op bij ons thuis, maar een held was het niet. Na een traumatisch gebeurtenis bij de dierenarts is Falco alleen nog maar onzekerder geworden. Ik herkende zijn gedrag niet. Ik ging naar een Franstalige hondenschool waar de leraar hem hardhandig liet weten dat hij geen koekjes mocht aannemen van anderen en waar de ‘opvoeding’ sowieso iets te grof was voor mijn dierenmoederhart. Ik stopte al gauw. En zo kan het zijn dat Falco zijn vertrouwen in de mens verloor. Ik zat met mijn handen in mijn haar. Jessie bleek slechte heupen en een kapotte onderrug te hebben, Senna was vreselijk wagenziek en kon niet overweg met andere honden, dus ik wilde zo graag een hond die ik af en toe eens mee kon nemen ergens heen. Maar Falco dacht: ‘niet met mij…’ Ik kocht boeken en zat uren op internet in de hoop iets miraculeus te vinden wat zijn onzekerheid voorgoed deed verdwijnen, maar ik vond het niet. Ik vroeg aan iedereen raad, maar Falco reageerde nergens goed op. Falco is nu 5 jaar (dat weten jullie want hij heeft stiekem iets op mijn facebook geschreven, de stouterd) en uiteindelijk, na bijna drie jaar doorzetten, trainen, luisteren, kijken en vooral mijn gevoel volgen, heb ik nu een fantastische hond. Ik moest eerst zelf leren vertrouwen op mijn gevoel en vervolgens kon ik hem dat ook leren. Wat een rijkdom. Voor hem en ook voor mij.   Langzaam maar zeker is hij mij meer en meer gaan vertrouwen. En ik heb de wereld verzet om zijn vertrouwen op geen enkele manier te beschadigen. Hij mag zich letterlijk én figuurlijk altijd achter mij verstoppen. Ik heb de fijne lijn leren zien, waarop hij balanceert. Ik weet wanneer ik hem wel, of beter niet aanmoedig om iets te doen. Ik heb dat ook met vallen en opstaan geleerd, maar we zijn er samen uitgekomen. Ik zorg voor hem. Ik haal zijn zekerheid met beetjes terug, zoals Senna dat ooit voor mij deed. Het is me gelukt. Falco is een rustige, lieve loebas, die nog nooit een lip heeft opgetrokken, en geen vlieg kwaad doet. Hij is heel onderdanig naar andere honden, en daardoor laten ze hem altijd toe. Mensen vertrouwt hij nog steeds niet goed, maar ik kan hem al meenemen naar waar ik maar wil, omdat onze band geweldig is. Over een paar weken gaan we naar de dierentuin, Falco en ik. Met een hoop vrienden van mij en een hoop vriendjes van Falco. Mijn geluk kan niet op. Ik ben trots op mezelf, op wat ik hem heb kunnen leren. Ik heb mijn kracht kunnen gebruiken bij hem, en zie eens wat ik daarvoor terugkrijg. Ik ben zelden zo trots op iemand geweest als op mijn Falco!

Meest recente posts

Inschrijven nieuwsbrief

Wil je mijn blog via e-mail ontvangen, zodat je zeker niets mist? Laat dan hier je e-mailadres achter. Dan word je als eerste op de hoogte gebracht van de laatste nieuwe blogs!

In de kijker

Berichtje achterlaten?

Wanneer je jezelf herkent in mijn blogs, als je een vraag hebt óf als je iets met me wil delen, dan zou ik het heel leuk vinden als je me een berichtje stuurt. Ik waardeer het contact met mijn lezers enorm.

Schrijf bericht
}