Afgelopen weekend was het eindelijk zover. De reünie van de lagere school. Ik keek er al maanden naar uit. Het Organisatiecomité (waaronder ik) had de nodige moeite gedaan om iedereen terug te vinden. Mensen blijven niet eeuwig in het dorp waar ze opgegroeid zijn, dat was wel duidelijk. “Oh”, kreeg ik regelmatig te horen, wanneer ik enthousiast vertelde over de aankomende reünie, “maar dat is van de lagere school, dat is toch helemaal niet leuk?! Dat is al zo lang geleden, daar weet je toch niets meer van? De middelbare school, dat is pas leuk!”Ik vond het een belachelijke opmerking.
De middelbare school was aardig, maar nou niet helemaal mijn ding. Je werd blootgesteld aan vriendschappen, liefdes, leuke en minder leuke vakken, je talenten (of het gebrek daaraan), maar ook met pesterijen, veranderende lichamen, liefdesverdriet, deadlines en al dat soort dingen. Kortom, je groeide op. Je werd stilaan met het leven geconfronteerd. Maar voor een deel was het wel waar wat ze zeiden: ik wist niet veel meer van de lagere school. Ik heb er wel een warm, vertrouwd gevoel bij, maar veel kon ik me niet meer herinneren. Niet veel van wat we moesten leren, maar ook niet veel situaties meer. De personen waarmee ik de reünie organiseerde, wisten nog zo veel leuke anekdotes. En dat maakte me ineens heel onzeker….
Ik zal even uitleggen hoe mijn hoofd werkt, hoe het er aan de binnenkant uitziet. Mijn hoofd is net een grote bol met allemaal gangetjes die kriskras door elkaar lopen. De gangetjes worden verlicht door heel veel kleine sfeerlampjes. Elk gangetje heeft vele deurtjes. Het zijn van die grappige deurtjes a la Alice in Wonderland. Achter elk deurtje is een kamertje met vele soorten kastjes. Gewone rechttoe rechtaan kastjes, ladekastjes, nachttafelkastjes, Ikea kastjes, garderobe kasten, badkamerkastjes en kleerkasten. Ze zijn wit, geel, rood, bruin, oud, modern, gezandstraald, geverfd, wit gebeitst. Je kunt het zo gek niet bedenken. In die kastjes liggen documenten in alle kleuren van de regenboog. Dat zijn mijn feitjes, herinneringen en theoretische kennis. Ze liggen totaal niet in alfabetische volgorde en zijn op geen enkele wijze logisch. Ze liggen er wel allemaal, maar je zoekt je wezenloos. Chaos, noem ik het. Ik heb dan ook chaos-mannetjes met een lampje op hun hoofd dat rood, geel en groen kan oplichten. De chaos-mannetjes rennen als zotten door die gangetjes op zoek naar het juiste deurtje. Als ze het juiste deurtje hebben gevonden gaat het lampje op rood. Daarna gaan ze op zoek naar het juiste kastje. Als ze het juiste kastje hebben gevonden gaat het lampje op oranje. Als ze dan eindelijk het juiste documentje hebben gevonden gaat het lampje op groen en rennen ze mét mijn herinnering of theoretisch feitje terug door de gangetjes om zich te melden bij mijn bewustzijn. Dus ja, ik herinner het me wel, het duurt alleen wat langer voordat de herinnering tevoorschijn komt. En dat resulteert dan vaak in een situatie waarin iedereen herinneringen ophaalt en waarin ik een “o ja!” kan uitbrengen, als het al lang weer over iets anders gaat. Maar ik ben eraan gewend. Ik heb daar een heel systeem rond gebouwd zodat het in deze snelle en op feiten gebaseerde maatschappij niet té erg opvalt. Feitjes zijn niet mijn ding. Gevoel is mijn ding. Kleuren, beelden en energieën zijn mijn ding. Die zijn namelijk heel makkelijk te vinden. Dat zijn de lampionnetjes die in de gangen ophangen. Die zijn supersnel beschikbaar voor mijn bewustzijn. De lampionnetjes bevatten mijn gevoel, mijn intuïtie, mijn emotie, mijn ‘beelden’ en mijn ‘buikgevoel’.
In mijn bijna panische strijd, in mijn verleden, om me te meten met anderen, wat betreft feitelijke kennis, botste ik voortdurend tegen mijn chaos-mannetjes. Ik was boos op de traagheid en verwardheid van mijn chaos-mannetjes. Pas toen ik begreep dat degene met de effectief werkende mannetjes in hun hoofd niet speciaal ‘betere’ of ‘slimmere’ mensen bleken te zijn, begon ik de schoonheid van de verlichte gangetjes in mijn eigen hoofd te zien. Mijn kracht ligt ergens anders. Mij doe je dus helemaal geen plezier met een potje Triviant of een kennisquiz zoals 2 voor 12. Ik kijk soms mee met anderen die het spelletje zeer fanatiek spelen en verbaas me over de hoeveelheid kennis die mensen bezitten. Een geheugen als een olifant. Bart heeft me geleerd dat mensen die veel weten gewoon een goed geheugen hebben. Daar kan ik met mijn ‘vergiet’ niet tegen op. Nu ik gestopt ben met mezelf te meten, kan ik vaak zelfs lachen om mezelf. Het is nu eenmaal zo dat de chaos-mannetjes zich af en toe te pletter zoeken, dat ben ik. Ik hou me liever bezig met het verbale en het non-verbale. Communicatie en miscommunicatie tussen mensen, bodylanguage, intuïtie, inleving, interesse. Ik kijk graag naar mensen (en dieren) en voel, en observeer. Dat is mijn ding. Dat zijn dingen die leer je pas later, als je groot bent. Op school moet je leren en studeren. Feiten in je hoofd opslaan. Kennis vergaren. Dat is bij mij niet zo goed gelopen.
Maar daar bleek het uiteindelijk allemaal niet over te gaan bij de reünie. Ik had me zorgen gemaakt om niets. Het was heerlijk om die mensen weer terug te zien. Ik werd echt even teruggegooid in de tijd. Ik keek weer in dezelfde ogen als 30 jaar geleden. Mensen zijn nauwelijks veranderd. Ze bewegen nog hetzelfde, praten nog hetzelfde, zijn nog steeds giebelig. We lachen om herinneringen, om oude klassenfoto’s en ‘vriendenboekjes’. Vroeger wilde ik ‘papa’s secretaresse’ worden, las ik in een vriendenboekje. Gelukkig is hem dat bespaard gebleven. Ik zou geen goeie zijn geweest. Ik vind ons allemaal gegroeid. Mooier geworden. Het is duidelijk dat er meer in het leven is dan kennis opdoen. We zijn, of worden dit jaar, allemaal 40. Een prachtige leeftijd als je het mij vraagt. We hebben een rugzakje bij, wat ons in mijn ogen menselijker maakt. Het was fijn om naar hun verhalen te luisteren. Om te zien hoe trots ze zijn op hun kinderen, hun werk en hun zelf opgebouwde leven.
Maar wat me nog het meest is bijgebleven van die avond is het ‘vertrouwde’ gevoel. Het was alsof het nog maar 5 jaar geleden was, in plaats van 30. Het klikte weer als vanouds. En misschien was dit juist wel omdat we zo onbezorgd met elkaar omgingen. Omdat er nog geen ‘grote mensen drama’s’ op ons af waren gekomen, en omdat we uren en uren met elkaar buiten speelden, die zes jaar.We waren het er in ieder geval allemaal over eens: over 5 jaar doen we dit weer!