Mijn lieve Oma


Terwijl wij aan een zeer laat ontbijt zitten, heerlijk onder het parasolletje, vertelt Moeke dat ze toch een beetje ongerust is over haar reis naar Frankrijk. Dat begrijpen wij. Het is daar warm en druk. Haar 2 dochters zijn daar met al hun kinderen en kleinkinderen. Dat is normaal voor één dag al vermoeiend, laat staan voor 2 weken. Bovendien rijdt ze met haar kleindochter mee en ze vertrekken morgen nacht. Ze rijden aan één stuk door, dat zal niet meevallen. Bart zegt: “Ast ni goa, dan gaget nie, hè Moeke, dan moet u dat even aangeven”.

Onmiddellijk moet ik aan mijn lieve Oma denken. Dat was haar motto: ‘Ast nie goa dan gaget nie!’ Mijn Oma sprak plat Tilburgs. Heerlijk was dat, ze sprak nooit ABN. Tegen niemand. Mijn Oma leeft helaas niet meer. Ze heeft een hele grote leegte achtergelaten toen ze stierf want onze familie was hecht, ondanks dat haar kinderen over de hele wereld woonden.

Ze ging overal op bezoek. Ik denk aan de uren en uren dat mijn lieve Oma in de trein zat, of in de auto (gereden werd) of in de bus of in het vliegtuig. Ze is in Indonesië geweest, in Azië, in Afrika, echt overal. Ze was al jong weduwe, en dat was natuurlijk verdrietig, maar het heeft van haar wel een zelfstandige, zelfzekere, ondernemende en sociale vrouw gemaakt. Ze had massa’s vrienden. Ze was enorm actief in de kerk, en haar beste vriend was Meneer Pastoor. Ze deed vrijwilligerswerk: mensen konden haar bellen met hun problemen en zij luisterde dan geduldig naar hun verhaal. Die ervaring hadden wij niet met onze Oma. Met ons was ze nogal kort van stof aan de telefoon en wist ze vaak niet hoe snel ze een gesprek moest afbreken, om weer op te hangen. We moesten er altijd mee lachen.

Als we met de hele familie bij haar waren, aten we altijd Oma-pudding en draadjesvlees. We sliepen met alle kleinkinderen op matrassen in haar woonkamer en dat was altijd ontzettend gezellig. Ze had een hele grote dure koekoeksklok hangen in haar woonkamer en die maakte om het kwartier een muziekje en ook elke seconden hoorde je wegtikken. We konden er niet van slapen. Stiekem hebben we een keer die klok stilgezet. Maar dat bleek een drama, want dat was een klok die nog nooit uit zichzelf had stilgestaan! Het was een groot raadsel hoe dat nou gebeurd was. Al mijn ooms en tante bekeken de klok van binnen en buiten en mijn Oma was er danig van onder de indruk. Wij durfden natuurlijk niet meer te zeggen dat wij dat gedaan hadden, dat hebben we pas na haar dood opgebiecht.

Mijn Oma was een trotse en fitte dame en ze droeg altijd blauwe panty’s. Ze kocht elk jaar voor “Snieklaas” (Sinterklaas) zakdoeken voor iedereen. Van die speciale met een randje, zodat je ze goed kon strijken (ik heb van mijn leven nog geen zakdoek gestreken). Als ze jarig was maakten wij (kleinkinderen) altijd een liedje voor haar waar al haar grappige dingetjes dan in voorkwamen. Ze vond het geweldig. Mijn oma dronk ’s avonds altijd een ‘kjakske’ (cognac).

Toen mijn ouders in Amerika woonden vond ze het leuk om eens op bezoek te gaan. Ze was inmiddels 84 en het was al even geleden dat ze nog gereisd had. Ik mocht met haar mee. Het was oktober 2002 (mijn beste vriendin was hoogzwanger van haar eerste kindje). Wat ben ik nog steeds dankbaar dat ik die reis met haar gemaakt heb. Ze is namelijk niet veel later gestorven.

Maar in die tijd was ze nog fit. Ik was haar gaan ophalen om naar Schiphol te rijden en ze had nog even laten zien wat ze allemaal ingepakt had. Donkere lange broeken, blauwe rokken met blauwe panty’s en haar hakschoentjes. Op mijn aanraden pakte ze nog wat shirtjes in, want het was heel warm in South Carolina. Ze gaf me al haar papieren en vond, zo bleek, dat de rest van de reis mijn verantwoordelijkheid was. Ze legde haar hele vertrouwen in mij en liet alles over zich heen komen. Ze sprak geen woord Engels, maar dat maakte haar niets uit.

We zaten in het vliegtuig, en ze had zich goed geïnstalleerd. Boekje en leesbril binnen handbereik.   De Amerikaans stewardess kwam langs om te vragen wat we wilden drinken. Uiteraard wendde ze zich eerst tot mijn Oma. “Wá zeet ze?” vroeg ze aan mij (dat heb ik nog tientallen keren gehoord die vakantie) en ik vertaalde voor haar. “Wat wilt u drinken oma?” vroeg ik dan. “Och, doe mij maar een kjakske”. Ik vertaalde weer voor de stewardess en voor we goed en wel een uur in de lucht hingen was oma naar dromenland vertrokken. Zo hebben we 7 uur naast elkaar doorgebracht. Zij in een diepe slaap, haar hoofd achterover tegen het hoofdkussen en haar mond open. En ik luisterend naar mijn muziek en me verheugend op het feit dat ik mijn ouders weer zou zien.

We kwamen aan in Amerika en door de terreuraanslag in Amerika het jaar daarvoor, moesten we nu door een uitgebreide inspectie. Ik sprak met de douane en legde uit aan mijn Oma hoe ze moest gaan staan om gefouilleerd te worden. Ze had blijkbaar een plastic zakje met pepermuntbolletjes in haar handtas… Riemen uit, schoenen uit, alles in een bak en wachten maar. Ze wist niet wat ze zag! Maar ze deed alles wat ik zei. “Wén dikzak” zei ze af en toe, en ik was als een kind zo blij dat niemand hier Nederlands verstond.

In Amerika is alles groot, en dat vond ze heel interessant. We sliepen bij mijn ouders samen op de logeerkamer, maar na 2 nachten was ik uitgeput van haar gesnurk en ging ik op het kleine kamertje liggen. Ze ging overal mee naartoe, zolang ik er maar bij was. Ze vroeg niets aan mijn ouders maar als ze iets niet begreep keek ze naar mij. Ik vond dat ontzettend fijn. Ze had mij al haar vertrouwen gegeven en blijkbaar deed ik het goed. We gingen wandelen door mooie natuurparken, maar dat viel niet mee op haar hakschoentjes. Ze had zo’n zere voeten dat we besloten, hoe Amerikaans, om gympies voor haar te gaan kopen. Ik zocht ze uit, zij paste ze (met haar blauwe panty-sokjes aan) en ze vond ze goed. Ze had in geen 84 jaar gympies aangehad, maar plots kon ze weer meelopen en had ze geen zere voeten meer. Wat een geweldig gezicht, mijn Oma op gympies!

We gingen ook naar de “Drag-Races”. Dat zijn van die auto’s die keihard, een hele korte afstand rijden op een recht stuk. Ze vertrekken met een kabaal van heb-ik-jou-daar. Een enorme straal met vuur komt uit het gat van die auto en dan scheuren ze weg. Je moest echt niet te dichtbij staan. Eigenlijk vonden we het zielig voor Oma, dus toen we besloten om maar naar huis te gaan vanwege dat lawaai, bleek ze ineens verdwenen.

We vonden haar terwijl ze doodleuk met de coureurs stond te babbelen. Iedereen vond haar geweldig, want ze kwam uit het buitenland (in South Carolina komen normaal geen buitenlanders of toeristen). Ze kletste honderduit tegen de coureurs, maar die verstonden er niets van. Ze glimlachten allemaal en gaven haar tasjes met petten, bidons, T-shirts en zetten daar zelfs hun handtekening op.  Ze vond het fantastisch! En hoe dichterbij de baan hoe beter. Ze ging naar elk standje dat ze kon vinden, en ik volgde haar overal. We keken onder het genot van anderhalve liter bekers cola, de race. Het was al donker en al dat lawaai en licht maakte haar helemaal enthousiast.

Ze nam ook alles wat ze kreeg of vond mee naar huis. In South Carolina groeide op dat moment veel katoen en we zijn dus, serieus, moeten stoppen om een struikje uit de grond te trekken dat we als allerlaatste nog bovenin haar nieuwe, 2e koffer hebben gepropt. Ze heeft heerlijk gegeten en gedronken. We zijn gaan varen met het bootje van mijn ouders, door de ‘black creek’. Het woord zegt het al een beetje. Er zat van alles wat gemeen steekt, prikt en bijt. Ook alligators. Het was een avontuurlijke tocht, want af en toe moet je bukken om onder de takken door te varen, waar wel eens een slang in zou kunnen zitten. Mijn Oma zat als een koningin in dat bootje. Kaarsrecht. En als ik zei: ‘bukken Oma!’ bukte ze, en anders niet. Ook niet toen we duidelijk dwars door een spinnenweb, zo groot als een tweepersoonsdekbed, heen voeren. Ik zag het te laat en Oma zag het niet.  Haar hele gezicht zat vol, maar ze bleef stug recht zitten. Ik heb de draadjes van haar gezicht gepulkt. Ik heb zo genoten van die reis! Vol trots denk ik terug aan wat ze allemaal nog ondernomen heeft toen. En hoezeer ze op mij vertrouwde.

We hebben allemaal Oma’s motto aangenomen, als iets niet lukt. “Ast nie goa, dan gaget nie!”

Meest recente posts

Inschrijven nieuwsbrief

Wil je mijn blog via e-mail ontvangen, zodat je zeker niets mist? Laat dan hier je e-mailadres achter. Dan word je als eerste op de hoogte gebracht van de laatste nieuwe blogs!

In de kijker

Berichtje achterlaten?

Wanneer je jezelf herkent in mijn blogs, als je een vraag hebt óf als je iets met me wil delen, dan zou ik het heel leuk vinden als je me een berichtje stuurt. Ik waardeer het contact met mijn lezers enorm.

Schrijf bericht
}