Vandaag is Wereldtapirdag. Wederom een wereldwijde dag voor
een bijzonder dier, de Tapir. En omdat ik een groot dierenmoederhart heb én ik
de tapir zo ontzettend bijzonder vindt, kon ik het niet laten om daar over te schrijven.
Helaas is ook de tapir een bedreigde soort. De voornaamste bedreiging is uiteraard
de mens. Ze hebben een steeds kleiner wordend leefgebied en er wordt op hen
gejaagd voor hun vlees. Gelukkig zijn er natuurparken, uitgeroepen tot
beschermd gebied, waar de tapirs rustig kunnen leven en zo gezonde populaties kunnen
ontwikkelen.
Tapirs zijn grappige dieren die lijken op een mix tussen een
varken en een olifant. Ze hebben een dik lijf, hoge poten een kleine slurf.
Toch zijn ze meer gerelateerd aan paarden en neushoorns. Dus eigenlijk zijn het
vier dieren in één 😉
Er zijn vier soorten tapirs met alle vier een eigen leefgebied.
Maleise tapir
Ook wel bekend als de Indische tapir. Super herkenbaar door
zijn kleuren. Hij is zwart met een groot wit vlak op zijn middel. Ook is dit de
grootste tapirsoort en de enige die in Azië leeft.
Bergtapir
Deze soort wordt ook wel Andes tapir of wollige tapir
genoemd. Het is de kleinste tapirsoort en hij heeft een wollig vachtje. De
vacht is donkerbruin tot zwart en ze hebben een witte lip. Ze wonen in het
Andesgebergte in Colombia, Ecuador en Noord-Peru. Ze leven hier in de
nevelwouden en op vlaktes tussen 2000 en 4000 meter hoogte.
Laaglandtapir
Deze bijzondere tapir heeft manen op zijn nek. Hij staat ook
wel bekend als de Zuid-Amerikaanse tapir. Hij is namelijk te vinden op een
groot deel van het continent. Van het noorden van Colombia tot het noorden van
Argentinië.
Midden-Amerikaanse tapir
Hij heeft een korte bruine vacht en geen manen zoals de
laaglandtapir. Hij komt voor in Midden-Amerika en in een deel van Zuid-Amerika.
Grofweg van Zuid-Mexico tot de Andesregio van Colombia.
Baby tapirs zien er heel anders uit dan hun ouders. Zij
hebben witte camouflagestrepen op hun vacht en zijn mega schattig zoals je op de foto kan zien.
Tapirs eten volledig plantaardig. Ze houden van fruit,
waterplanten en bladeren. Met hun slurf kunnen ze gemakkelijk bladeren of
besjes van planten af trekken.
Tapirs kunnen super goed zwemmen. Ze zijn dan ook regelmatig
in het water te vinden om af te koelen, te vluchten voor roofdieren of om
waterplanten te eten.
Tapirs zijn over het algemeen verlegen dieren. Ze zullen
eerder wegrennen dan aanvallen wanneer ze bang zijn. Maar toch kunnen ze gevaarlijk
zijn als ze zich bedreigd voelen.
Tapirs hebben een belangrijke rol in het ecosysteem. Ze
verspreiden de zaden van fruit via hun poep. Tapirs kunnen grote afstanden
afleggen waardoor de zaden op heel andere plekken weer terechtkomen.
Het uiterlijk van een tapir is al miljoenen jaren hetzelfde.
De dieren worden daarom ook weleens wandelende fossielen genoemd.
Hartstikke leuk om te weten toch?
Fijne dag van de Tapir!