We
hebben lekker uitgebreid in de tuin geluncht met zijn drietjes; Bart Moeke en
ik, als Moeke zegt: “Sofieke, ik heb nieuwe pantoefeltjes nodig”. Demonstratief
steekt ze haar rechtervoet zo hoog als ze kan boven de tafel uit. Ik zie haar bordeauxrode
pantoffeltje waar haar grote teen door naar buiten kijkt.
“Amai, Moeke, da’s precies ook wel nodig!” Ze lacht breeduit.
“Maar ze verkopen ze alleen per twee, hoe staat het met de andere?” Weer word
ik getrakteerd op een brede lach: “die is nog goed”, zegt ze. Ik zeg (zoals ik
al 6 jaar zeg): “wat komt het toch altijd goed uit dat u met de solden op
vakantie komt bij ons hè?
Nu moeten we alwéér naar de schoenenwinkel hier in het dorp!” Haar oogjes
stralen.
Ik zeg: “die mevrouw kent ons hier al goed hè? Dit is de 3e zomer
dat we komen!”
Moeke vindt het heel erg leuk om naar hier te komen en te gaan ‘shoppen’ met
mij. Elk jaar zegt ze dat dit ab-so-luut de laatste jurk is die ze in haar
leven nog gaat kopen. En elk jaar komt er dus eentje bij. Want ze heeft niets
om aan te doen. Ik vind het ook heel leuk om met haar te gaan shoppen. Ik zet
mezelf die dag in slow-motion en dan gaan we met de auto naar het dorp of de
stad, rolstoel uit de auto, voetjes eraan klikken, en rijden maar. Ze geniet
van Holland (ze denkt vaak dat we in Nederland wonen).
“Dat hebben wij in België niet”, zegt ze vaak.
Ik laat haar, behalve als we in een winkel zijn en ze dat zegt tegen de
kassière, dan grijp ik, met een alles-verklarende blik naar de kassière, in. Ze
koopt altijd een jurk en schoenen en pantoffeltjes, en ik plaag haar dan dat ze
een modeshow moet geven voor Bart als we ‘s avonds thuis zijn. Dan zit ze
schuddebuikend naast me in de auto. Ze trakteert op een koffietje, en betaalt
dat met haar schattige roze portemonneetje.
En
zo geschiedde. Wij gingen op weg voor een middagje shoppen en deze keer waren
de jurkjes zó goedkoop door de solden dat ze er twee kocht. Er kwamen mooie
zwarte schoentjes bij en een vrolijk gekleurd sjaaltje. Bij de mevrouw van de
schoenenwinkel werd ze hartelijk begroet, en kocht dus nieuwe pantoefeltjes.
Het was mooi weer en ze genoot volop. En ik met haar. We kozen ervoor om toch
thuis koffie te drinken omdat ze het zo heerlijk vindt in onze tuin in het bos.
Eenmaal thuis werd alles aan Bart getoond en ze was er maar wat blij mee. Ze
verdween na de koffie naar boven om alles mooi in te pakken of op te hangen.
Vaak deed ze dan ook even een dutje. Het is toch ook vermoeiend om je kleding
telkens aan en uit te moeten doen. Kortom; weer een hele fijne middag gehad.
En wat ik dan nog het allerleukste vind, is als we dan later eens bij haar op
bezoek gaan, of we hebben een familie dinertje en ze draagt dan trots één van
ónze’ jurkjes, dan zeg ik dat ze er prachtig uitziet! Ze lacht dan maar zegt
verder niets. Het is ons geheimpje dat shoppen elke zomer.