Een rood konijntje


Vandaag blijkt maar weer eens hoe belangrijk het voor mijn Labrador is om een stokkie na het eten te krijgen. Deze gewoonte zit er al jaren in. Na hun brokken ’s ochtends en ’s avonds krijgen ze een stokkie. Een stengeltje dat in no-time op is, maar wat duidelijk NIET gemist mag worden. Jessie kruipt zowat op mijn schoot om duidelijk te maken dat hij nog géén stokkie gehad heeft. Maar ze zijn helaas op. Ik besluit dan ook maar om naar de dierenwinkel te gaan en weer een berg met van alles in te slaan. Ik doe dat het liefst alleen, zonder Bart. Eigenlijk bedoel ik: ik doe dat alleen, altijd. De reden waarom lijkt me overduidelijk. Ik zorg graag voor wat afwisseling in lekkere dingen, dat doet mijn dierenmoederhart goed. Ik stap in de auto en roep tegen Bart dat ik boterhammetjes zal maken als ik weer terug ben.

Ik rij mijn prachtige bolide de parkeerplaats van de dierenwinkel op en stap uit. Het is een heerlijke dag, als je al niet vrolijk bent, word je dat vanzelf. Ik pak een karretje, want zo’n mandje is drie keer niks, en loop naar binnen. Twintig kilo kippenvoer, 20 kilo konijnenvoer, stro, hooi, stokkies, pezen, oren en nog meer stinkdingen en ik loop naar de afdeling knaagdieren voor wat lekkers voor de chinchilla’s. Dan kom je langs de konijntjes. Ik werp een blik in de voorste bak en zie een hangoorkonijntje zitten, samen met 2 zwarte konijntjes. Ik stop en rij mijn kar terug achteruit. Ik smelt als ik een hangoorkonijn zie en ik weet dat deze er nu al een tijdje zit, want ik heb haar 3 weken geleden ook al gezien. Het begint weer te borrelen in mijn dierenmoederhart. Ik heb in 2008 ook al eens 2 hangoorkonijntjes gekocht. Het was toen Bart in het ziekenhuis lang om geopereerd te worden aan een kankergezwel in zijn slokdarm. Ik had het toen zwaar omdat dit een heftige periode was voor ons. We woonden net in Baarle-Nassau en we kenden niemand, ook nog geen buren of zo. Bart werd in Genk geopereerd en daar zou hij ook een poosje moeten blijven. Ik reed elke dag op en neer naar Genk en als ik dan weer thuiskwam had ik Senna en Jessie om tegenaan te huilen en te praten. Toen ik één van die keren op de terugweg van het ziekenhuis nog even langsging bij de dierenwinkel zag ik ze zitten. Leentje en Lotje. Ik nam ze mee naar huis. Twee van die piepkleine ondeugende haarballetjes. Zij maakten mijn dagen dragelijk. Helaas hebben Leentje en Lotje niet zo heel lang geleefd omdat ze Myxomatose kregen. En nu elke keer als ik zo’n konijntje zie, komt dat gevoel weer terug naar boven. Dat is natuurlijk helemaal geen reden om er dan maar weer eentje te kopen. Dat weet ik. Dat weet ik al jaren, maar vandaag kan ik er niets aan doen.

Ik loop eerst nog eens door naar de afdeling chinchilla’s en ik overtuig mezelf ervan dat het vast mannetjes zijn en ga in de rij voor de kassa staan, direct naast de bak met de schattige konijntjes (ze doen het erom). Ik laad mijn berg spullen op de toonbank en terwijl ik dat doe zeg ik tegen de verkoopster: “het zijn zeker mannetjes?” “Nee, het zijn allemaal vrouwtjes”, zegt zij. Ik zeg niks en zet het laatste pak met stokkies op de toonbank. De verkoopster kijkt me aan en zegt: “u zoekt zeker mannetjes?” “Nee”, zeg ik met een zucht “ik zoek vrouwtjes”. Verbaasd kijkt ze me aan. En voor ik het weet zeg ik tegen haar: “Ik neem ze, alle drie”. Met grote ogen kijkt ze me aan en zegt, “echt waar?” Ik zeg: “Ja”, en duw het beeld van mezelf, die huppend van mijn linker op mijn rechterbeen thuis aan Bart uitlegt hoe het in hemelsnaam kan dat ik terugkom met 3 konijntjes, weg.

Als moeders die naar hun kinderen staan te kijken sta ik al snel met de verkoopster naast de bak met konijnen. Zij doet de klep open en vertelt over het karakter van de konijntjes en hoe lief ze wel niet zijn. Naast mij komt een knul staan met zijn beide armen rond een brommerhelm geklemd. Hij kijkt me met fonkelende oogjes aan en zegt: “gaat u ze allemaal kopen?”. Hij lispelt licht als hij dit vraagt en ik zie dat hij mentaal wat jonger is dan hij er uitziet.   “Vind je dat goed?” vraag ik aan hem, en hij knikt met zijn hele lijf. Ik vertel aan de verkoopster dat ik een zwak heb voor hangoorkonijntjes terwijl de knul dicht tegen me aan kruipt om gezellig samen in de bak te kijken. Hij houdt zijn helm nog steeds stevig vast. Hij heeft ook een zwak voor hangoorkonijnen, vertelt hij, maar hij vindt die met opstaande oren leuker.  Wat een scheet van een knul ben jij, denk ik bij mezelf. “Wat ga je ermee doen?” vraagt hij. Ik vertel hem dat ik ze op een stokje wil prikken en in de keuken wil zetten. Hij kijkt mij even met grote ogen aan en dan begint hij keihard te schateren. “Dat kan helemaal niet!” roept hij uit. Het speeksel loopt over zijn kin en druppelt op de helm die hij nog steeds stevig vast heeft. “Nee natúúrlijk kan dat niet”, lach ik. “Ik heb buiten in de tuin een hele grote ren, van wel 6 meter bij 3 meter en daar mogen ze lekker vrij rondhuppelen, samen met de andere konijntjes en de caviaatjes. Klinkt dat beter?” vraag ik lachend. “Jij bent grappig”, zegt hij terwijl hij mij goedkeurend en uitgebreid van boven naar beneden bekijkt. “Jij ook”, zeg ik en ik geef hem een zetje met mijn heup. Ik ga weer naar de kassa en reken af. Ik zeg tegen de verkoopster dat ik mijn boodschappen al even in de auto zet en dat ik daarna wel terugkom om de konijntjes mee te nemen. Ik duw mijn zware kar richting de uitgang als ik de knul hoor vragen aan de verkoopster: “hoe moet ik een rood konijntje verzorgen?” Ik hoor haar even twijfelen en dan zegt ze: “hetzelfde als andere konijnen hè”.

Ik loop de winkel uit en laad mijn boodschappen in de auto. Als ik me omdraai om het wagentje terug te zetten, staat de knul naast me. Blijkbaar heeft hij genoegen genomen met het antwoord van de verkoopster, zo snel was hij alweer buiten. Hij heeft een klein brommertje waar hij wijdbeens overheen staat. Hij treuzelt om zijn helm op te doen, alsof hij hoopt dat ik nog wat tegen hem zeg. En dus zeg ik: “ik zal in het vervolg wat konijntjes voor je overlaten, is dat goed?” Hij lacht weer breeduit en zegt vervolgens met een bloedserieus gezicht: “Dat hoeft niet hoor want ik heb toch geen tijd voor een heleboel konijntjes. Ik heb een klein rood konijntje waar ik de héle dag voor moet zorgen”. Ik vind het een beetje sneu voor hem.  Ik zie het al helemaal voor me. Hij heeft een klein rood konijntje thuis en hij weet niet goed hoe hij ervoor moet zorgen. Zijn moeder heeft vast tegen hem gezegd: “Ga het anders even vragen bij de dierenwinkel”. Hij heeft dat een heel goed idee gevonden en heeft zijn brommertje uit de garage gehaald. Hij heeft zijn mooie helm gepakt en zijn moeder heeft met een doekje zijn mond nog even schoongemaakt. Ze was vast heel trots dat hij helemaal alleen op zijn brommertje naar de dierenwinkel zou gaan en ze zou hem vragen wat de juffrouw van de dierenwinkel tegen hem gezegd had, als hij weer terugkwam. Hij zou dat dan vol trots herhaald hebben en samen zouden ze het kleine rode konijntje goed verzorgen. Nu zou hij thuiskomen met een advies dat nergens over ging, ik vond het sneu. Ik zeg tegen de knul: “ik hoorde toevallig dat jij een rood konijntje hebt?”. “Ja” zegt hij, “ik heb een klein rood konijntje”. Ik zeg, “daar moet je wel heel goed voor zorgen hè? Weet jij iets van rode konijntjes?” Nee hij wist niets van rode konijntjes. Ik vertel hem dat je die goed moet beschermen tegen de zon. Hij moet veel schaduw hebben en een klein beetje zon. En ik vertel dat een rood konijntje dol is op hooi, want dat is erg goed voor zijn tandjes. En af en toe een stukje wortel of een appeltje is iets waar hij hem lekker mee mag verwennen. En ook elke dag het waterbakje opnieuw vullen met vers water, dat vinden rode konijntjes ook heel fijn. En misschien een tak van een boom in zijn hok zodat het rode konijntje ergens op kan knabbelen. Met open mond kijkt hij me aan. Ik zie in zijn ogen dat hij alles opslaat en hij herhaalt een aantal dingen die ik heb opgenoemd, letterlijk. Ik zeg, “maar ik weet zeker dat jij dat allemaal heel goed gaat doen voor het rode konijntje”.  Hij zegt: “ik ook!” “Ik ga weer naar binnen om mijn konijntjes op te halen”. Da’s goe!” roept hij. Hij zet zijn helm op en rent heel geconcentreerd maar onhandig met de brommer tussen zijn benen weg.

Meest recente posts

Inschrijven nieuwsbrief

Wil je mijn blog via e-mail ontvangen, zodat je zeker niets mist? Laat dan hier je e-mailadres achter. Dan word je als eerste op de hoogte gebracht van de laatste nieuwe blogs!

In de kijker

Berichtje achterlaten?

Wanneer je jezelf herkent in mijn blogs, als je een vraag hebt óf als je iets met me wil delen, dan zou ik het heel leuk vinden als je me een berichtje stuurt. Ik waardeer het contact met mijn lezers enorm.

Schrijf bericht
}